De isolatiewaarde is een getal dat laat zien hoe goed een materiaal of een deel van uw huis de warmte binnenhoudt. We drukken de isolatiewaarde uit met de Rd-waarde of de Rc-waarde. Voor glas gebruiken we de U-waarde.
Dit is de isolatiewaarde van het materiaal zelf, bijvoorbeeld steenwol. Hoe hoger de Rd-waarde, hoe beter het materiaal isoleert.
Dit is de isolatiewaarde van een hele constructie, zoals een dak, vloer of muur. Het combineert de isolatie van het materiaal met die van de rest van de constructie. Hoe hoger de Rc-waarde, hoe beter de isolatie van de constructie.
Deze waarde gebruiken we vooral voor glas. Hoe lager de U-waarde, hoe beter het glas isoleert.
Goede isolatie helpt u energie te besparen. Vloeren, muren of daken met een Rc-waarde van 2,5 zijn meestal al voldoende geïsoleerd. Extra isoleren is meestal duurder dan de besparing die het oplevert. Ligt de Rc-waarde onder de 2,5? Dan is extra isolatie meestal een slimme investering.
Gaat u isoleren? Zorg er dan voor dat u aan de minimale isolatiewaarde voor het aanvragen van de ISDE subsidie voldoet. Klik hier voor meer informatie over de ISDE.
De isolatiewaarde van een muur, dak of vloer hangt af van het materiaal en de dikte van de isolatielaag. De makkelijkste manier om de isolatiewaarde van uw huis te vinden, is door te kijken naar uw energielabel. In het rapport van een energielabel van na 2021 staat de Rc-waarde van elk deel van uw huis.
Heeft u geen of een oud energielabel? Dan kunt u een isolatiespecialist uitnodigen om de isolatie te beoordelen. Maar veel kunt u ook zelf controleren. Op deze pagina leest u hoe u dat doet.
Per onderdeel van uw huis leggen we uit hoe u de isolatiewaarde kunt bepalen.
Ga direct naar:
De isolatie van uw vloer hangt af van wanneer uw huis gebouwd is. Hoe ouder het huis, hoe minder isolatie er waarschijnlijk gebruikt is. Vanaf 1980 werd vloerisolatie de norm bij het bouwen van huizen. De tabel hieronder laat zien welke minimale isolatiewaarde (Rc-waarde) bij welke bouwperiode hoort.
Bouwperiode | voor 1976 | 1976 - 1979 | 1980 - 1982 | 1983 - 1992 | 1993 - 2012 | 2013 - nu |
|---|---|---|---|---|---|---|
Vloer (Rc-waarde) | 0,17 | 0,26 | 0,52 | 1,30 | 2,50 | 3,50 |
Hoe goed het isolatiemateriaal onder uw vloer isoleert hangt af van het type materiaal en de dikte ervan. Een dikkere laag isolatie heeft een hogere isolatiewaarde (Rd-waarde). Bijvoorbeeld: 14 cm steenwol heeft een Rd-waarde van 3,5. De tabel hieronder geeft aan hoe dik het materiaal moet zijn om een bepaalde isolatiewaarde te halen.
Isolatie-materiaal | Dikte (Rd-waarde 1.5) | Dikte (Rd-waarde 2.5) | Dikte (Rd-waarde 3.5) | Dikte (Rd-waarde 4.5) |
|---|---|---|---|---|
PUR-schuim | 5-6* cm | 8-10* cm | 10-14* cm | 13-18* cm |
Steen-, Glaswol | 6 cm | 10 cm | 14 cm | 16 cm |
Thermokussens | 15 cm** |
* De precieze isolatiewaarde van PUR-schuim hangt af van het soort schuim dat is gebruikt. U kunt dat vaak niet zelf zien.
** De isolatiewaarde van thermokussens hangt af van hoeveel lucht erin zit.
Volg de volgende stappen om te onderzoeken of uw vloer al geïsoleerd is.
Als u in de kruipruimte kunt komen, kunt u zien of er isolatie tegen de vloer zit. Met een breinaald kunt u de dikte van de isolatie meten. De dikte vertelt u wat de isolatiewaarde is. Maar let op: prik nooit door folie heen.
Er kan ook isolatie op de bodem van de kruipruimte liggen. Dit heet bodemisolatie. Bodemisolatie heeft meestal een lagere isolatiewaarde dan isolatie direct tegen de vloer. Ook is de isolatiewaarde van bodemisolatie moeilijker te meten. Dit komt doordat er een luchtlaag tussen zit, die geventileerd wordt.
Als u niet in de kruipruimte kunt komen, kunt u de isolatie niet bekijken. Kijk of er ventilatiegaten van de kruipruimte in de buitenmuur zitten, zoals op de foto hiernaast. Als dat zo is en u heeft een houten vloer, kunt u een luik laten maken door een aannemer. Daarna kunt u via bovenstaande omschrijving de isolatie meten en eventueel extra isolatie toevoegen.
Als u geen kruipruimte heeft, kunt u de isolatie niet meten. De enige manier die dan overblijft is het aanbrengen van een nieuwe vloer of een isolerende ondervloer. Hierbij is het vaak nodig om ook nieuwe vloerbedekking te leggen. Als u geen kruipruimte heeft is het ook niet altijd zinvol om extra te isoleren. Lees hier hoe u een vloer isoleert zonder kruipruimte.
De isolatie van uw muur hangt af van het jaar waarin uw woning is gebouwd. Vanaf 1976 begon men isolatie te gebruiken bij de bouw van woningen. De tabel hieronder laat zien welke minimale isolatiewaarde (Rc-waarde) bij welke bouwperiode hoort.
Bouwperiode | voor 1925 | 1925 - 1975 | 1976 - 1979 | 1980 - 1987 | 1988 - 1990 | 1991 - 2012 | 2013 - 2015 | 2016 - nu |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Muur (Rc-waarde) | 0,24 | 0,43 | 0,69 | 1,3 | 2 | 2,5 | 3,5 | 4,5 |
Volg de volgende stappen om te onderzoeken of uw muur na de bouw nog extra is geïsoleerd.
Huizen gebouwd na 1925 hebben bijna altijd een spouwmuur. U kunt dit meten bij een deur- of raamkozijn. Is de afstand van binnen tot buiten meer dan 25 centimeter? Dan heeft u waarschijnlijk een spouwmuur.
Als u een spouwmuur heeft zitten er soms spleetjes tussen de stenen in de buitenmuur. Steek hier een duimstok of satéprikker in. Is er geen open voeg? Boor dan een klein gaatje in een voeg. Voelt u een lege ruimte tot aan de harde binnenmuur, dan is uw muur niet geïsoleerd. Voelt u eerst een lege ruimte en dan zacht materiaal, zoals wol of schuim, dan is uw muur al geïsoleerd.
Om te bepalen of u nog extra kunt isoleren, meet u de spouw op. Duw de satéprikker door tot aan de binnenmuur en meet hoe diep het is. Haal daar de dikte van één steen vanaf. Zo weet u de totale diepte van uw spouw. De dikte van de steen kunt u vaak bij een hoek meten. Als u al isolatie heeft, meet dan ook de afstand tot het isolatiemateriaal. Dit is de vrije ruimte. Als u meer dan 3 centimeter vrije ruimte heeft, is extra isolatie misschien mogelijk.
Als u geen spouwmuur heeft, zoals bij een steensmuur of houtskeletbouw, dan is het lastiger om de isolatie te meten. Als de muur geïsoleerd is, zit de isolatie vaak helemaal weggewerkt. Bijvoorbeeld achter een gestucte muur. Daarnaast is er soms een folie gebruikt, die zeker niet doorboord mag worden.
Weet u zeker dat u geen spouwmuur heeft en dat de muur nog niet geïsoleerd is? Dan kunt u de muur vanaf de binnenkant of de buitenkant extra isoleren.
Vanaf 1976 begon men met het isoleren van daken bij de bouw van een woning. De tabel hieronder laat zien welke minimale isolatiewaarde (Rc-waarde) bij welke bouwperiode hoort.
Bouwperiode | voor 1966 | 1966 - 1975 | 1976 - 1979 | 1980 - 1987 | 1988 - 1990 | 1991 - 2012 | 2013 - 2015 | 2016 - nu |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Dak (Rc-waarde) | 0,13 | 0,86 | 1,03 | 1,30 | 2,00 | 2,50 | 3,50 | 6,00 |
Volg de volgende stappen om te onderzoeken of uw dak na de bouw nog extra is geïsoleerd.
Bij een dak is het lastig om de isolatie te meten. Wel kunt u alvast via de buitenzijde kijken of er ‘iets’ zit. Via een dakraam kunt u kijken of u een dakpan omhoog kan schuiven. U kunt dan zien of er folie of een PUR-laag zit. Als dat er niet zit, dan ziet u waarschijnlijk hout. Deze informatie kunt u gebruiken als u nieuwe isolatie wilt toevoegen.
Van binnenuit is de isolatie ook niet makkelijk te bekijken. Vaak zit de isolatie goed afgedekt met gipsplaten. Daarnaast wordt soms een folie gebruikt tegen vocht en deze moet heel blijven. U kunt natuurlijk voorzichtig een gedeelte openmaken op een onbelangrijke plek, om te kijken of er isolatie achter zit. Bijvoorbeeld in een inbouwkast of achter de knieschotten.
Platte daken worden bijna altijd via de buitenkant geïsoleerd. Hierdoor zit de isolatie goed verstopt. Een goed moment om extra te isoleren is als uw dakbedekking aan vervanging toe is. Het vervangen van de dakbedekking is een goed moment om te kijken wat voor isolatie er in uw dak zit. U moet dan wel snel een beslissing kunnen nemen of u extra isolatie wilt aanbrengen. Bespreek dit daarom vooraf met de dakdekker.
De isolatiewaarde van glas wordt uitgedrukt in de U-waarde. Hoe lager de U-waarde is, hoe beter het glas isoleert. Enkel glas heeft een U-waarde van ongeveer 5,7 en triple glas van ongeveer 0,7. Enkel glas en triple glas (3 glasplaten) zijn makkelijk te herkennen aan het aantal glasplaten. Het verschil tussen oud dubbelglas en hoogrendementsglas (HR) is een stuk lastiger te zien. Hieronder een paar vragen om te achterhalen welke van deze twee u heeft.
Glas van voor 2000 is, op een uitzondering na, altijd oud dubbel glas. Sinds 2004 wordt er voornamelijk gebruik gemaakt van HR++ glas. Tussen 2000 en 2004 is het niet zeker wat voor glas er gebruikt is. Ga verder met de volgende stappen om het soort glas te achterhalen.
In de metalen strip tussen de glasplaten, de sponning , staat soms een code. Als hier HR in staat, is het hoogrendementsglas. Staat dit er niet in, kunt u de code ook opzoeken op internet.
Houd een vlammetje van een aansteker of lucifer voor het glas. U ziet dan in de weerspiegeling 4 vlammetjes. Als het tweede of derde vlammetje een andere kleur heeft, dan is het HR-glas.
Op onze pagina over de verschillende soorten glas, vindt u de verschillende isolatiewaarden per soort glas.
Als u uw huis goed geïsoleerd heeft, kunt u volgende stappen zetten naar een aardgasvrije woning. Op de pagina Aardgasvrij wonen leest u waarom woningen van het aardgas gaan en wat u nu al kunt doen op weg naar aardgasvrij.