Ga direct naar hoofdcontent

Meer biodiversiteit in de tuin?

Zo pakt u dat aan

De biodiversiteit staat onder druk. Maar wat betekent biodiversiteit eigenlijk? En waarom is het zo belangrijk? Dat leggen we uit. Bio betekent leven en diversiteit betekent verschillen. Biodiversiteit is dus: alle verschillende soorten leven op aarde. Van planten en dieren tot schimmels en bacteriën. Al deze soorten werken samen in een ecosysteem (een bepaald gebied) en zorgen zo voor evenwicht in de natuur. Ook tuinen en parken in een dorp of stad vormen samen een ecosysteem.

Het belang van biodiversiteit

Biodiversiteit is ontzettend belangrijk voor ons als mensen. Neem bijvoorbeeld de bestuiving van planten waar ons voedsel aan groeit. Insecten brengen het stuifmeel van de ene bloem naar de andere. Veel planten krijgen daarna pas vruchten. Dit geldt voor meer dan 75% van alle planten die voedsel maken, vooral voor groente en fruit. Zonder bestuiving door insecten hebben wij dus geen eten. Daarnaast is een goede biodiversiteit van groot belang voor de ontwikkeling van medicijnen. De werkzame stof in veel medicijnen stamt oorspronkelijk namelijk uit planten. In dit artikel beschrijven we een aantal maatregelen die goed zijn voor de biodiversiteit. 

Plant inheemse planten

Een groot deel van de Nederlandse tuinen is betegeld. Dat blijkt onder meer uit een onderzoek van Multiscope in opdracht van Stichting Steenbreek. Hierdoor is er vanzelfsprekend ook minder ruimte voor planten. En dat heeft een negatief effect op de biodiversiteit, want het leefgebied van onder meer vogels, vlinders en insecten wordt steeds kleiner. Het plaatsen van meer planten, struiken en bomen, en dan met name inheemse soorten, kan dit probleem tegengaan. Inheemse soorten komen oorspronkelijk voor in Nederland en zijn een goede voedselbron voor onze inheemse dieren. Ze geven nectar en krijgen stuifmeel terug van de dieren. Zo houden ze elkaar in evenwicht. Daarbij zijn inheemse planten ook beter bestand tegen ziekten. Kies wel voor biologische inheemse planten, zodat u zeker weet dat er geen gif of kunstmest is gebruikt bij het verbouwen van de planten. Meer lezen over welke bloemen, planten en struiken u het beste in uw tuin kunt planten? Milieu Centraal geeft tips.

Schuilplekken en nestplekken

Minder groen betekent ook dat egels, vogels, vlinders en insecten moeilijker een schuil- of nestplek kunnen vinden. Bladeren dienen vaak als kraamkamer voor insecten. Egels kruipen graag weg in holen onder de grond of onder een dik pak bladeren en een stapel takken. En vogels zoeken het liefst beschutting in een boom of dichte struik. Met meer groen in uw tuin en rommelige plekjes met bladeren en takken, helpt u deze dieren een beetje. Zo kunnen zij zich makkelijker voortplanten en de koude wintermaanden overleven. Heeft u weinig geld voor grote planten? Begin dan met een jonge plant of informeer eens bij buren, vrienden of familie of zij toevallig planten weg doen.

Zo maakt u een schuilplek of nestplek

Schuil- en nestplekken in uw tuin maken is vaak makkelijker dan u denkt. Natuurlijk kunt u kant-en-klare vogelhuisjes, vlinderhuisjes of insectenhotels ophangen. En voor egels een speciaal huisje op de grond zetten. Maar u kunt ook met materialen uit uw tuin (en huis) zelf aan de slag. Stapel stenen of takken op elkaar voor de egel en bedek de bodem met kranten of bladeren. Laat de bladeren in de herfst ook gewoon liggen. Dit is niet alleen een voedselbron voor veel dieren, maar ook een fijne beschutte plek. Op elkaar gestapelde houtstronken of (afgesneden takken) hebben hetzelfde effect voor insecten. Bekijk hier hoe u een insectenhotel bouwt, hoe u een nestkast voor vogels maakt of hoe u een egelhuisje timmert.

Eten en drinken 

Het kan een uitdaging zijn voor dieren om in de verschillende seizoenen aan voldoende eten en drinken te komen. Denk aan een bevroren grond in de winter, waar vogels geen insecten tegenkomen. Of een extreem hete of droge periode in de zomer, waarin geen water meer te vinden is. Ook hier kunnen méér planten, bomen en struiken een oplossing zijn. Deze houden namelijk water vast en zijn met hun bladeren, bloemen, vruchten, stengels, zaden en pitten een belangrijke voedselbron voor kleine en grotere dieren. Daarnaast kan het geen kwaad om de dieren extra bij te voeren. Doe dit op verschillende hoogtes en manieren, omdat elk dier zo zijn eigen voorkeur heeft.

Wat mogen egels, vogels en insecten eten?

Egels hebben het zwaar in Nederland en mogen het hele jaar bijgevoerd worden, ook tijdens hun winterslaap. Als ze dan namelijk wakker worden van de honger, kost het ze niet veel energie om eten te vinden. De Egelbescherming adviseert om egels vooral kattenvoer (nat of droog) te geven. Ook vogels mag u volgens de Vogelbescherming het hele jaar bijvoeren met bijvoorbeeld zaadmengsels, fruit, pinda’s, speciale vogelpindakaas, vetbollen en rozijnen. Insecten en vlinders zijn gek op een schaaltje suikerwater of overrijp of zelfs rottend fruit.

Elk dier een eigen drinkbak

Om te zorgen dat dieren voldoende kunnen drinken zet u bakjes met water neer. Plaats de bakjes niet in de directe zon, daar houden dieren niet van. Vogels kunnen goed drinken uit een diepere bak. Bovendien nemen ze hier ook graag een bad in. Een bak op de grond werkt het beste voor egels. Bijen, vlinders en andere insecten verdrinken snel als de bak te diep is. Kies daarom voor een platte schaal en vul deze eventueel met kiezels of stenen.

Aan de slag met een biodiverse tuin

Met inheemse bomen, planten, struiken en bloemen, schuilplekken, nestplekken en extra voedsel en water, wordt uw tuin een paradijs voor insecten, vogels, bijen, vlinders en egels. Dat vergroot de biodiversiteit. Wilt u ook een biodiverse tuin? Sommige gemeenten bieden een subsidie voor het vergroenen van een deel van de tuin. Bekijk onze subsidiepagina voor een actueel overzicht.